Columns, de wet in praktijk

Is samen ook gelijk? (deel 2 van 3)

Deze column is een vervolg op onze vorige column. Heb je deze gemist of wil je hem graag nog een keer lezen, klik dan hier

Flashback

Eindelijk was het gelukt: Jim en Sophie hadden hun eerste huis gekocht! De spaarrekening van Jim en een schenking van zijn ouders zorgden ervoor dat de financiering van de woning ook geen probleem vormde. Jim en Sophie vroegen zich alleen af hoe zij het verschil in inbreng konden regelen. Een van de opties was om Jim voor 60% eigenaar te maken. Dit voelde voor Jim en Sophie niet goed.

De nominaliteitsleer

De notaris vervolgt zijn verhaal: "Een andere manier om ervoor te zorgen dat het bedrag dat Jim meer betaalt dan Sophie goed wordt vastgelegd, is door een overeenkomst van meerinbreng te maken. Het huis wordt dan van jullie samen, ieder voor de helft. De overeenkomst is te vergelijken met een lening. Je spreekt hierbij alleen af dat deze pas terugbetaald moet worden als het huis wordt verkocht of als je uit elkaar gaat."

Jim en Sophie vertellen meteen dat dit hen een stuk makkelijker lijkt, dan de optie van een verschillend eigendomsaandeel. Dit scheelt nadenken bij de aflossing van de hypotheek of het betalen van verbouwingen aan het huis.

De notaris geeft aan dat je bij deze optie nog wel moet nadenken of Jim dan alleen het bedrag van zijn meerinbreng terugkrijgt of dat hij ook recht heeft op een (extra) vergoeding, zoals rente of een deel van de waardeverandering.

De blik van Sophie betrekt meteen. Ze geeft aan dat dit het gelijk weer ingewikkeld maakt. Jim vult dit aan door te zeggen dat zij het graag zo simpel mogelijk willen houden, maar dat de schenking van zijn ouders zo goed mogelijk vastgelegd moet worden.

De notaris geeft aan dat veel stellen er voor kiezen om het bedrag gelijk te laten blijven. Dus dat het bedrag dat Jim meer betaalt aan de woning, ook het bedrag is dat hij later weer terugkrijgt. Of het huis dan meer of minder waard is geworden, dat maakt niet uit. Omdat het bedrag gelijk blijft, wordt dit ook wel de "nominaliteitsleer" genoemd. Als Sophie vervolgens in de toekomst met eigen geld in de woning investeert, kan dit eenvoudig met de meerinbreng worden verrekend.

De notaris geeft nog wel aan dat het afzien van een vergoeding zorgt voor een eenvoudige oplossing, maar dat Jim wel moet beseffen dat het geld dat hij meer inbrengt minder waard wordt. Dit komt door de geldontwaarding (inflatie). Dit kan oneerlijk aanvoelen. Voor sommige stellen is dit toch een reden om uiteindelijk niet voor de nominaliteitsleer te kiezen, maar voor de zogenoemde "beleggingsleer".

Jim en Sophie zijn benieuwd naar wat deze beleggingsleer inhoudt.

Bent u ook benieuwd naar het vervolg van de column? Klik hier voor deel 3!

Overige columns

Notariskantoor Timmers gebruikt cookies om de website te verbeteren en te analyseren. Als u meer wilt weten over deze cookies, klik dan hier
 Cookies NIET accepteren