De tand des tijds
Naomi en Dennis hebben elkaar 15 jaar geleden leren kennen. Het was liefde op het eerste gezicht. Kort daarna kochten zij samen hun eerste woning. Trouwen is er nooit van gekomen. Helaas heeft de relatie de tand des tijds niet mogen overleven. Zij voelen zich beiden niet meer gelukkig. Ze besluiten in goed overleg uit elkaar te gaan. Alle gezamenlijke herinneringen in de woning zijn voor hen beiden de reden dat zij niet in de woning willen blijven wonen. Het bord "Te koop" al snel daarna in de voortuin.
Schenkingen en spaargeld
Zowel Naomi als Dennis hebben bij de aankoop van de woning schenkingen van hun ouders gekregen. Verder had Dennis nog wat spaargeld. Volgens Dennis heeft dit er toe geleid dat hij meer heeft betaald bij aankoop van de woning en dat hij daarom nu meer van de verkoopopbrengst zou moeten krijgen. Naomi zit daar iets anders in. Zij zegt dat Dennis inderdaad meer heeft betaald bij de aankoop, maar dat zij met de schenking van haar ouders de hele verbouwing voor haar rekening heeft genomen. Twee dingen weten ze wél zeker: ze hebben het destijds zorgvuldig laten vastleggen bij de notaris en ze willen geen ruzie. Ook herinneren zij zich iets van een tienjaarstermijn. Ze besluiten hun notaris te bellen.
De overeenkomst van meerinbreng
De notaris meldt dat zij bij ondertekening van de eigendomsakte van hun woning een samenlevingscontract hebben getekend en een zogenoemde "overeenkomst van meerinbreng". In die overeenkomst zijn de betalingsstromen van de financiering van de woning én de verbouwing zorgvuldig vastgelegd.
De notaris geeft aan dat Naomi het bij het juiste eind heeft. Zij heeft € 30.000 meer betaald dan Dennis. Dennis geeft aan dat dit niet helemaal is wat hij had verwacht, maar dat het duidelijk staat beschreven en cijfers nou eenmaal niet liegen. Je kunt moeilijk ruzie maken over iets wat goed is vastgelegd. De notaris kijkt hen aan en geeft aan dat dit niet alles is. "De tienjaarstermijn?", vraagt Naomi.
De ingroeiregeling
De notaris vervolgt zijn verhaal. Jullie hebben er toen inderdaad voor gekozen dat als er gezamenlijke kinderen zouden komen, het te verrekenen bedrag van € 30.000 na de geboorte van jullie eerste kind ieder jaar lager zou worden en dat er na 10 jaar niets meer verrekend hoefde te worden. Jullie achtergrond om dit zo te regelen was dat een verrekening op een gegeven moment niet meer goed/eerlijk zou voelen als er gezamenlijke kinderen zouden zijn.
Ze kijken de notaris aan en zeggen "Ons oudste kind is vorige week 13 jaar geworden." De notaris geeft aan dat er dan niets meer verrekend hoeft te worden. Naomi glimlacht en zegt dat zij de redenering nog steeds kan volgen, ook al krijgt zij nu niet de € 30.000. Dennis beaamt dit en zegt: "Zo zie je maar, het goed en zorgvuldig vastleggen zorgt voor duidelijkheid en voorkomt discussies".